Paul van Tongeren 20-11-2018

Paul van Tongeren  “Het kwaad en de vrije wil”

Paul van Tongeren deelt zijn lezingen in verschillende onderdelen:

– Het Kwaad en de filosofie

– Waar komt het Kwaad vandaan? 1

– Waar komt het Kwaad vandaan? 2

 

– Het Kwaad en de filosofie. Filosofie probeert het Kwaad te begrijpen, maar het Kwaad is irrationeel,  tegen de redelijkheid in. A. Willekeurig en irrationaliteit

  1. Wie het begrijpt, is het kwijt
  2.   Illustraties van o.a. Jeroen Bosch, de hel

– Waar komt het kwaad vandaan? 1

Kwaad komt betrekkelijk laat de Europese cultuur binnen, de Europese cultuur is gestoeld op de 

Griekse cultuur, Plato en Aristoteles in de 4e en 5e eeuw v.Chr.

   – Lacune wat betreft het kwaad, in de Ethica van Plato staat bijvoorbeeld niets over het Kwaad.

   – Er is Kwaad en kwaad, ‘niet goed’ en ‘kwaad’ is niet hetzelfde.

   – ‘Niet goed’ is een vergissing.  Je reageert vanuit wat je meent het goede is, en dan kun je een  

     vergissing maken. Ook een moord is een vergissing : volgende keer beter nadenken!

     Je moet lesgeven in ‘wat goed is’.

   – ‘Niet goed’ is een misser, ook de boogschutter zit er wel eens naast.

Het begrip Kwaad komt de Europese cultuur binnen via het Jodendom en vooral het Christendom.

De zondeval in het Paradijs is van een heel andere orde dan de Griekse verhalen.

Waarom was er verleiding door de slang? Hij belooft iets, wat Adam en Eva al hebben gekregen van God: ze zullen niet sterven! En zij zullen kennis krijgen van goed en kwaad.

Waarom eten Eva en Adam dan wel? Hiermee zijn we het echte Kwaad op het spoor. De irrationaliteit van het kwaad.

Illustratie: Nathalie Sarraute, een Russisch meisje dat vanaf haar 5e jaar in Parijs woonde en studeerde, schreef een autobiografie over haar kindertijd. Daarin verhaalde zij o.a. dat ze  een schaar in een lerenbakstel wilde steken, willens en wetens iets doen wat niet goed is.

 – Waar komt het kwaad vandaan? 2

Waarom doen mensen willens en wetens kwaad?

Je kunt dat beantwoorden met Augustinus. (354- 530) Hij is de eerste die zich vraag op filosofische manier stelt. Mensen kenden de ervaring van de zonde. (van de eerste Christenen, die niet de bovenlaag van de Romeinse en Griekse cultuur vormden).  De eerste intellectuelen gaan er over denken.

Illustratie: Augustinus blikt terug  in zijn  leven  en  herinnert  zich  dat  hij  samen  met  zijn  vrienden peren stal uit de tuin. Nu zouden we het een kwajongens streek noemen, maar Augustinus  noemde het zonde. Hij vraagt zich af waarom hij dat gedaan heeft. Het waren niet de  vruchten die de oorzaak  waren,  want ze aten de peren  niet  eens  op. Hij heeft  de diefstal  gedaan, omdat  hij  genoegen  vond  in de misdaad zelf. 

Beide illustraties zijn voorbeelden van hetzelfde soort. Een onnozel verhaal met een meesterlijke uitleg: de diefstal en het messteken waren nergens goed voor.

Unde malum= waarom het kwaad?

Was het omdat het verboden was? Alleen maar omdat het niet mocht!

Het is de irrationaliteit ten top.

De Griekse psychologie (Augustinus denkt nog als een Griek) zegt dat de psyche uit 2 aspecten bestaat  – denken, gericht op inzicht

                – voelen, verlangen naar het goede, naar iets wat je als goed ziet.

Het is mogelijk dat je je vergist, maar je kunt niet denken iets niet  te begrijpen of naar iets kwaads verlangen.

Augustinus ontdekt een 3e aspect: De Wil.

De Grieken kenden de Wil niet.

Hoe verhoudt zich de Wil tot enerzijds het Denken en anderzijds het Verlangen?

De wil overheerst, is de baas, de beslisser, de Wil kan instemmen met Denken, en met Verlangen.

Er is een band tussen de Wil en het Kwaad. Maar het is niet zo dat de Wil het Kwaad is.

Onze wil ontwikkelt zich op peuterleeftijd en is op de puberleeftijd een sterke kracht. De Wil toont zich het sterkst in de opstand.

Terug naar Adam en Eva, dit is de reden waarom zij van de vrucht eten. zij hebben een wil en zetten zich af, tegen de autoriteit van God.

Bij het beantwoorden van de vragen, na de pauze, komt o.a. nog aan de orde dat de Wil in zichzelf verdeeld is. Augustinus wil zich laten dopen, en waarom doet hij dat dan niet? Hier krijgt Augustinus te maken met een conflict, want dit is een essentiële keuze.

Paulus, die Grieks dacht, heeft te maken met Geest (denken) en Vlees(verlangen). Augustinus redt het daarmee niet meer.

Dit is een verslag naar mijn aantekeningen, Hermien